Trekking door de Kathmandu Vallei

8min. leestijd

Vier dagen is perfect voor een trekking in de Kathmandu Vallei. Omdat ik graag flinke afstanden loop, heb ik de trekking aan laten passen door OutSight; wat geen enkel probleem was! De eerste dag werd ik door regen en mist (heel ongewoon voor Kathmandu in maart) naar een plek even buiten en boven Kathmandu gereden, naar de ingang van Shivapuri Nagarjun National Park. Daar ging de trek dus beginnen, samen met mijn gids Raj, geregeld door OutSight.

Van daaruit op ongeveer 1600 meter gestaag naar boven gewandeld naar ongeveer 2400 meter. De mist werd steeds dikker en op verschillende plaatsen lag er zelfs wat vers gevallen sneeuw.  De wandeling door het bos was mooi, ondanks het feit dat er geen verre uitzichten te genieten waren. Het was het seizoen van de bloei van de Rododendron, de nationale bloem van Nepal en in dit land is de Rododendron geen struik maar een grote boom.

Helaas geen luipaarden gezien, maar hoewel de luipaarden populatie in dit park langzaam maar zeker stijgt, is het heel moeilijk om zo’n beest in levende lijve tegen te komen. Maar gelukkig was de flora in het park ook zeer de moeite waard. Ondertussen kwamen we in de sneeuw een kleine Hindu tempel tegen. Heel sereen in de mist en de kou. Mijn gids Raj is Hindu en hij ging een gebedje doen. Ik maakte ondertussen wat foto’s. 

Na een uurtje of 5 vooral omhoog wandelen gaan we het laatste uur weer wat omlaag naar het kleine dorpje Chisapani, op 2200 meter hoogte.  Net bij aankomst begon het weer flink te regenen en was het voor hier onverwacht koud. Het was drie uur in de middag maar na een kom noodle-soep besloot ik even in een warme slaapzak onder de dekens van mijn bed in het eenvoudig hotelletje te kruipen, zodat ik weer wat op kon warmen. 

Later in de middag werd het gelukkig droog en kon ik het dorpje gaan verkennen. Chisapani is zwaar getroffen door de aardbeving van twee jaar gelegen en overal zie je puinhopen en verzakte huizen. Het zal nog wel een hele tijd duren voordat al het puin is opgeruimd. Het uitzicht was die middag nog steeds niet goed en daardoor bleef de Himalaya onzichtbaar. Maar mijn gids beloofde me dat het de volgende dag beter zou zijn.

En dat was gelukkig waar. De volgende ochtend was het zonnig en kraakhelder en de aanblik van de Himalaya was werkelijk prachtig. Wel zag het dorpje Chisapani er op  afstand ook nog steeds heel ‘getroffen’ uit. De etappe op de eerste dag was zo’n 19 kilometer, voor vandaag was de afstand wat langer; ongeveer 25 kilometer, van Chisapani naar Nagarkot. Gelukkig was het prachtig weer, dus het lopen was erg prettig. Bijna de gehele tijd kon ik genieten van prachtige uitzichten op het Himalayagebergte, dat altijd en alom aanwezig is.  Bij elke bocht op de route kwam een nieuw uitzichtpunt en realiseerde ik me hoe verschrikkelijk mooi dit land is.

De wandeling naar Nagarkot duurde een uurtje of zeven, met een lichte lunch ergens halverwege in een klein dorpje. Toen we daar aankwamen, moesten we steeds wegduiken voor kleine zakjes gekleurd verfwater. Overal in het dorp was men elkaar aan het bekogelen om het kleurenfeest te vieren. Ik durfde mijn mobiel niet tevoorschijn te halen, omdat ik bang was een volle laag verfwater over me heen te krijgen.

Rond een uur of vier kwamen we aan in Nagarkot, op ongeveer 2000 meter hoogte. Het werd al snel weer koud, maar het hotel waar we verbleven had gelukkig een open haard. Alleen helaas geen hout. Na wat aandringen en het aanbieden om voor hout te betalen, zorgde het hotelpersoneel dat er toch hout kwam. Ik was de enige gast samen met mijn gids Raj. We zaten daarom gezellig met de hele staf van het hotel bij de open haard. Wat een beetje hout en een flesje ‘Russian Wodka’ al niet teweeg kan brengen.

Na het lange wandelen wederom vroeg naar bed, lekker onder de dekens in mijn slaapzak. Ik ben de gids dankbaar dat hij een slaapzak voor me mee had genomen, want anders had ik de kou niet kunnen verdragen. En de slaapzak was ook fijn omdat het de bedden in eenvoudige accommodaties zachter en comfortabeler maakt. Goede tip voor andere wandelaars; als je zelf geen slaapzak bij je hebt (zoals ik dus op een zakenreis), laat de lokale reisagent of gids een goede slaapzak voor je regelen!

01 01

De volgende ochtend werd ik rond een uur of 8 wakker. Toen ik in de spiegel in de badkamer keek, ontdekte ik gelijk mijn tweede belangrijke “tip voor de wandelaar in het hooggebergte”; mijn gezicht bleek behoorlijk opgezet en ik was zo rood als een kreeft!  Ik was de zonnebrand vergeten. De eerste dag was dit geen probleem, want die dag had ik nauwelijks zon gezien. Maar de tweede dag lopen in de brandende zon had dus veroorzaakt dat ik in één dag al verschrikkelijk verbrand was.

Het leed was al geschied. Ik hoopte maar dat het gat in de ozonlaag in Nepal niet zo groot is en dat de schade verder mee zal vallen. Het lukte me niet om in Nagarkot zonnebrand te kopen, dus ik kan eenieder aanraden om in elk geval de zonnebrand niet te vergeten. Dag drie was 22 kilometer lopen van Nagarkot naar Dulikhel, een district-hoofdstad in een volgende vallei. Wederom  een prachtige zonnige dag met de meest bijzondere uitzichten op bergtoppen en mooie valleien in de diepte. Voor de derde dag had ik in Dulikhel een wat luxere accommodatie uitgezocht om van de vermoeidheid te bekomen. Ik had een prachtige kamer met uitzicht over de bergen en een balkon voor het raam. ’s Avonds in de stad een hapje gegeten en nog wat rondgekeken, maar zoals de vorige avonden ook nu vroeg naar bed.

De volgende ochtend stonden we vroeger op, rond een uur zeven. Hoewel het weer prachtig was, waren de bergtoppen ditmaal in nevelen gehuld. Daarom kon ik tijdens het ontbijt op het terras de bergen net niet zien. Maar toch was het uitzicht nog steeds prachtig. Vandaag was al de vierde en laatste dag van mijn trekking. Alweer een dikke twintig kilometer van Dulikhel, naar het eindpunt Panauti. Een historische stad, met prachtige Hindu-tempels, een soort Bhaktapur in miniatuur.

Op driekwart van de route kwamen we bij een ander cultureel hoogtepunt van deze trekking, het NamoBuddha kloostercomplex. Dit complex ligt op een bergtop en is een prachtige plaats waar veel pelgrims een bezoek brengen. Het was er daarom ook een drukte van jewelste. Vooral van Nepalese boeddhisten en slechts enkele buitenlandse toeristen. Het was duidelijk nog geen seizoen.

Hoewel het waarschijnlijk wel mogelijk is om deze trekking te doen zonder gids, zou ik toch willen aanraden om het met een gids te doen. Het is een stuk relaxter en je hoeft niet steeds op je telefoon te zoeken waar je bent en welk pad je in moet slaan. Er staan af en toe wel bordjes, maar zeker niet regelmatig. En ook is het handig om iemand te hebben die je kan helpen bij het bestellen van je eten. Voor mij bijvoorbeeld om te regelen dat er wat verse rode pepertjes geleverd worden bij mijn eten!

Het eerste deel van de trek (de eerste twee dagen) loop je in een nationaal park en is een gids verplicht, dus voor die dagen zou je alsnog een lokale gids moeten regelen. Ik wil in elk geval mijn gids Raj bijzonder bedanken voor zijn goede zorgen!

Na de Namobuddha, daalden we definitief af naar het niveau van de vallei op ongeveer 1400 meter hoogte. De laatste 5 kilometer op weg naar Panauti, een historische Hindu-stad, waren zo goed als vlak. Het tempelcomplex in Panauti was prachtig en zag er uit als Bhaktapur in het klein. Men is bezig om dit complex ook tot Werelderfgoed te laten verklaren. Gelukkig heeft de aardbeving in Panauti nauwelijks schade aangericht. Bij het tempelcomplex was ook een klein museum waar je nog het een ander kon bekijken.

Na het bezoek aan het tempelcomplex zijn we naar het busstation van Panauti gegaan, waar we nog een lunch genoten voordat we met de bus terug reisden naar Kathmandu. Die trip duurde een kleine twee uur.

Aan het eind van de middag kwam ik weer aan in Kathmandu, een dikke 80 kilometer in de benen, en een schat van prachtige beelden en herinneringen rijker. Helaas ook een verbrand hoofd, maar laten we het er maar op houden, dat ook dat een mooie souvenir is van mijn vierdaagse trekking door de Kathmandu vallei.

Ik kan deze trekking aan iedereen, die daarvoor vier dagen de tijd heeft, van harte aanbevelen. Niet vergeten een slaapzak en zonnebrand mee te nemen!