
Portugal
Lissabon

Lissabon, een stad met geplaveide wegen, oude ruïnes en kloosters, gebouwd op zeven heuvels. Een hoog en een laag gedeelte, gelegen aan de prachtige rivier de Taag (Tejo) en oude trams die zich piepend voortbewegen. Maar het is ook een stad met studenten, nachtclubs en genderneutrale uitspattingen. Oud en nieuw, iedereen leeft naast elkaar. Je kunt Lissabon eigenlijk in twee delen splitsen: Baixa Pombalina (het lage gedeelte) waar je de meeste cultuur vindt en Bairro Alto (het hoge gedeelte) waar je lekker kan eten en drinken.
Ik heb een paar dagen uitgetrokken om deze stad te bewonderen. Er zijn hier zoveel bezienswaardigheden, dat ik er rustig de tijd voor wilde nemen om het meeste ervan te zien. Ik had een hotel met uitzicht op het grote plein, Praça do Comércio, met het Ribeira paleis wat tijdens de aardbeving in 1755 verwoest werd. In het midden van het enorme plein staat een standbeeld van Jozef I van Portugal. Ik zal niet alle bezienswaardigheden gaan opnoemen, er moet ook nog wat voor de verbeelding over blijven. Ik zal er een paar uitlichten, zoals het prachtige Mosteiro dos Jerónimos. Dit klooster staat op de werelderfgoedlijst van de UNESCO. Vroeger werden de zeelieden hier getroost door de monniken die er woonden en later werd het gebruikt als weeshuis en school. Binnenin het klooster wordt het helemaal magisch; alle details, gebruikte materialen en de sfeer die hier hangt maken dat je er wel even rond blijft hangen. En neem het Castelo de Sao Jorge bovenop één van de zeven heuveltoppen. Waan je in de riddertijd en geniet van het uitzicht over de stad, de rivier en de rest van de omgeving ver daarbuiten. Helemaal prachtig aan het einde van de dag, als de zon gaat slapen en jij met een glas wijn aan het wegmijmeren bent. Waar Lissabon ook goed in is, zijn uitzichtpunten, ofwel de miradores. Er zijn er veel, één van mijn favoriete is de miradouro Sao Pedro de Alcantara, waar je een prachtig uitzicht hebt over de stad en de rivier. Ik zou hier wel dagen kunnen blijven zitten en alleen maar kijken. Maar dat heb ik niet gedaan. Ik ben hierna naar, inmiddels beroemde, tram 28 gelopen en heb een mooie rit gemaakt. De tram gaat door diepe dalen en klimt naar hoogtepunten. Je ziet de diverse wijken aan je voorbij trekken terwijl jij lekker voor het open raampje van de oude tram zit. Nog even langs de Santa Justa lift, die de wijken Baixa met Largo Do Carmo verbindt. Handig als je in het hogere gedeelte woont.
Een bezoek aan de Torre de Belém is de moeite waard, al was het alleen al omdat je vanaf hier en mooi uitzicht hebt op de 2,5 kilometer lange brug over de Taag. De brug van de 25e april, dit was de dag van de Anjerrevolutie. Het lijkt hier wel op Rio de Janeiro trouwens. Aan de oever van de rivier zie je een groot beeld van Christus, die met open armen op Lissabon gericht staat. Vooral in de wijk Alfama hoor je ‘s avonds de Fado muziek uit de boxen schallen. Deze wijk heeft de aardbeving doorstaan en je vindt er dan ook veel mooie, oude herenhuizen waar de azulejos niet van de lucht zijn. Slenter wat rond, verdwaal en waan je in de Portugese cultuur.
Tijdens mijn dagen in Lissabon kon ik het niet weerstaan om even een dagje te gaan relaxen op het strand van Cascais. Het strand hier is zo ontzettende breed dat er plek genoeg is voor iedereen die hetzelfde idee heeft. Ik heb alleen niet gezwommen, want doordat het aan de Atlantische Oceaan is gelegen is het water best fris.