Argentinië

Langs de legendarische Ruta Nacional 40

5min. leestijd

Deze route is een waar begrip in Argentinië en strekt zich over ruim 5000 kilometer door het hele land van noord naar zuid. Tijdens mijn Argentiniereis reed ik een stuk op deze beroemde weg, langs verschillende nationale parken en tot 5.000 meter hoge bergpassen in de Andes.

We vertrokken vanuit Mendoza en namen de weg via Villavicencio, waar we honderden haarspeldbochten beklommen naar Cruz de Paramillo (3050 mt). Onderweg prachtige uitzichten over de bergen. Uspallata is een plaats in de woestijn waar de film 'Seven years in Tibet' is opgenomen. We konden ons Brad Pitt niet echt voorstellen in dit ruig, weinig aantrekkelijk gebied. We dronken koffie in Café Tibet en reden naar de volgende plaats Calingasta in de Calingasta-vallei en vanuit daar verder naar het noorden. Het landschap was in het begin nogal saai, de weg ging meestal alleen maar rechtdoor en er waren bijna geen andere auto's in zicht. Maar hoe dichter we bij Ischgualasto National Park kwamen, hoe interessanter de uitzichten werden. We verlieten de vallei en klommen de bergen op. Toen we bij de ingang van het park aankwamen, konden we meteen met onze eigen auto deelnemen aan een rondrit. De tocht bracht ons zo'n 40 kilometer door het park met verschillende stops onderweg waar de ranger uitlegde hoe erosie dit landschap vormde. We konden de bizarre rotsformaties bewonderen. Er zijn in het Ischigualasto-bassin fossielen gevonden van onder andere dinosauriërs en deze konden we in het kleine museum naast de ingang bekijken. 

Van Ischigualasto National Park naar Talampaya Nationalpark was het maar een steenworp afstand, maar met de auto moet men 150 km rijden om daar te komen. Deze twee nationale parken bevatten het meest complete continentale fossielenbestand uit het Trias (200 miljoen jaar geleden). In Talampaya Park deden we mee aan een begeleide wandeling door de Talampaya Canyon. We hebben genoten van de prachtige rotsformaties en de enorme rode muren. We schreeuwden tegen de muren en de echo kwam drie tot vier keer terug. Na een verfrissend drankje in het kleine café reden we weer verder naar het noorden. 

Op weg naar Tafi de Valle zijn we gestopt in Londres/Belen, waar we de Incaruïnes hebben bezocht. Er was niet veel meer over, maar met enige verbeeldingskracht kon je je de plaats voorstellen zoals die moet zijn geweest toen het Inca-rijk 500 jaar geleden Chili en Argentinië bereikte. Langs de kant van de weg genoten we van onze eerste empanadas die vanaf dat moment onze vaste lunch werden.

Tafi de Valle is een dorp op 2100 meter en om daar te komen moesten we over een pas van 3000 meter rijden met een spectaculair uitzicht. Het was nu veel groener en niet meer zo heet. We verbleven in een hele mooie Estancia.  We maakten een rondrit met de auto door de vallei en bekeken de menhirs in het Parque de los Menhires nabij El Mollar. Deze monolieten zijn gevormd door inheemse volkeren van de Tafi-cultuur. Daarna hebben we lekker geluncht in Tafi en zijn via dezelfde pas terug gereden naar Cafayate. Hier begint de toeristische route via Cachi naar Salta en Purmamarca. 

01 05