Maleisië

Jungle & Wildlife op Borneo

10min. leestijd

Aankomst in Kuching 

Aangekomen in Kuching, snel ingecheckt en de stad in. Kuching betekent ‘kat’. Daarom zie je overal beelden van katten in de stad. Verder zie je hier heel veel Chinese tempels, waarvan ik de Tua Pek Kong Temple de meest indrukwekkende tempel vond. Bij deze tempel is het enorm druk met mensen die offers brengen, wierook aansteken of briefjes verbranden. Op de promenade langs de rivier is het heerlijk rustgevend. Ik heb heerlijk op een bankje van deze omgeving zitten genieten. ’s Avonds in het donker zul je hier romantisch kunnen slenteren. Verder is bijna alles gesloten, op wat souvenirwinkels na, wat ik best raar vind voor een maandag. Later blijkt dat het vandaag een nationale feestdag is; dat verklaart een hoop. De locatie voor mijn avondeten was verrassend: ik ga de lift van een parkeergarage in. Het blijkt dat op de bovenste verdieping een enorme foodcourt is! De Top Spot Food Court (Jalan Bukit Mata) is populair bij de lokale bevolking en staat bekend om zijn vis. Ik kijk mijn ogen uit: rekken vol vis, bakken met groenten die daar bij horen, maar ook aquariums waarin je de vis kan aanwijzen die je wilt gaan verorberen….. Mocht je ooit in Kuching komen en van vis houden dan moet je hier zeker een avondje gaan eten!

Naar Mulu National Park 

De volgende dag ga ik op weg naar Mulu National Park. Dit is het grootste nationale park van Sarawak en ligt tussen twee hoge bergen (de Gunung Mulu van 2.377 meter en de Gunung Api van 1750 meter). Mulu NP is alleen te bereiken per vliegtuig of boot en is een paradijs voor natuurliefhebbers en avonturiers die van hiken en bergbeklimmen houden. In de vroege ochtend ben ik naar de vogeluitkijktoren gegaan. Er komen hier zo’n 260 soorten vogels voor. Ik heb geluk en zie de ‘hornbill’ (neushoornvogel) voor mijn ogen voorbij vliegen! Hierna heb ik een stuk over de houten boardwalk gelopen en ben afgeslagen naar de Paku waterval. De waterval zelf stelt niet heel veel voor, maar dit is de enige wandeling in het park die je zonder een gids zelfstandig mag maken en daarom toch de moeite waard vind ik. Bij de waterval zag ik nog een paar van mijn ‘hornbill’-vrienden die gezellig aan het badderen waren. Hierna door naar de Mulu Canopy Skywalk van bijna 500 meter lang, waarbij je op een meter of 25 boven de grond loopt. Zo waan je jezelf als één van de makaken die je onderweg zeker weten tegenkomt.

Dan is het tijd voor het hoogtepunt van het park: een bezoek aan twee van de ontelbare grotten die dit park rijk is. Deze grotten liggen op drie kilometer van het hoofdkwartier en ze zijn alleen met een gids te bezoeken. Ik begin in de Lang Cave; ontdekt door meneer Lang. In deze grot ziet je een enorme hoeveelheid stalagmieten en stalactieten. Door het binnen sijpelende water groeien deze nog steeds aan. Je moet er wel aan blijven denken dat wij Nederlanders behoorlijk lang zijn en je gemakkelijk je hoofd aan één van de stalactieten kan stoten. Naast deze grot ligt de Gua Rusa, ook wel de Deer Cave genoemd. Deze grot is negentig meter breed en tussen de negentig en honderd vijfenzeventig meter hoog. Je kunt de grot in een half uur doorlopen. Onderweg moet je wel even je adem inhouden voor de ammoniaklucht. De grot wordt namelijk overdag bewoond door vleermuizen en hun uitwerpselen ruiken helaas niet zo fris. Buiten de grot ga ik naar een speciaal aangelegde uitkijkplaats om de vleermuizen die in de grond wonen te zien uitvliegen. Deze Bat Exodus vindt bijna iedere avond plaats tussen 17:00 - 18:00 uur. Bij slecht weer blijven de vleermuizen in de grot. Gelukkig kon ik het spectaculaire natuurfenomeen wel bewonderen. De vleermuizen vlogen in groepjes uit op zoek naar voedsel. Het zijn er honderdduizenden; het precieze aantal is nooit geteld maar wordt soms wel op een miljoen geschat. Het leek af en toe of er een donkere rook uit de berg kwam. Ik heb mijn ogen uitgekeken; dit is echt niet te geloven, er komt geen eind aan! Hierna ging ik terug naar het hotel. Daar vond in de avond een traditionele dansvoorstelling plaats. Altijd leuk.

De volgende ochtend ging ik op weg per ‘longboat’ naar het traditioneel dorp Penan. Mooi om te zien hoe hier wordt geleefd. Iets verderop ligt de Wind Cave. In deze grot waait het altijd en daarom hangen de stalactieten en stalagmieten scheef. Je kunt de meest wonderlijke figuren in de kalkafzettingen zien. Van de Wind Cave loop ik door naar de Clearwater Cave. De naam van deze grot komt van de ondergrondse rivier die uitkomt in een heldere waterpoel. Na een lange wandeltocht kun je daar een verkoelende duik in nemen. De meeste toeristen bezoeken deze grotten per ‘longboat’ maar het is in principe als je voldoende tijd hebt ook mogelijk om heen of terug met een gids vanaf het hoofdkwartier te lopen, je komt dan ook op paden die niet overvol met andere toeristen zijn. Slechts een paar grotten zijn toegankelijk voor toeristen: de Deer, Lang, Clearwater en Wind Cave. Deze grotten hebben trappen en paden. Wil je van de gebaande paden af in deze grotten, dan moet je onder begeleiding tijdens een excursie ‘caving’ eerst bewijzen dat je de  uitdaging fysiek en psychisch aan kan.

 

 

 

01 03

Terug naar Kuching & bezoek aan Semonggoh

Van Mulu National Park reis ik terug naar Kuching. Hier blijf ik nog even, want ik ga naar het Semenggoh Wildlife Centre. Dit Wildlife centrum bestaat sinds 1975 en ligt op vierentwintig kilometer van Kuching, ongeveer een half uurtje rijden. Tijdens het voeren van de apen heb je de grootste kans om ze te zien. Afhankelijk van de voeding die ze zelf hebben gevonden in de jungle, komen de dieren wel of niet naar de platforms toe. Vorig jaar in oktober heb ik deze prachtige dieren voor het eerst gezien in Kalimantan, maar ook nu ben ik weer enorm onder de indruk. De bewegingen van deze mensapen is fascinerend. Hoe ze in de bomen klimmen, hoe ze eten, ik kan er geen genoeg van krijgen en dat allemaal zo dicht bij een grote stad in de buurt. Na een uurtje moet ik afscheid nemen en ga ik naar het Annah Rais Longhouse. Annah Rais bestaat uit drie rijen met longhouses: Kup Sebak, Kupa Terkan en Kupo Sijo en ligt in de buurt van de Sungai Annah. Dit dorp is het oudste dorp van Sarawak. Een longhouse bestaat uit meerdere ‘appartementen’ maar deze zitten wel allemaal onder één dak. Het ziet er eerlijk gezegd een beetje uit als een straat met rijtjeshuizen op palen. In een longhouse wonen ongeveer honderd twintig families met diverse geloven zoals Christendom en de Islam vreedzaam naast elkaar. De vroegere bewoners waren echte koppensnellers en hingen menselijke schedels in de Baruh of Panggah (Rumah Kepala) op als bewijs hoeveel vijanden ze hadden verslagen! In de Panggah van Annah Rais Longhouse staat een historisch kanon met de woorden ‘Pieters eest Anno 75’, dus dit kanon heeft een Nederlandse oorsprong. Je kunt hier ook overnachten als je wilt. Ik vlieg vanavond helaas alweer terug naar Nederland.

Het was een korte, maar fantastische reis.