Colombia

Irene in Colombia

10min. leestijd

Op het vliegveld van Bogota word ik opgewacht en naar mijn hotel in de wijk La Candalaria gebracht. De ‘welkom-brief’ van de lokale agent lag klaar en ik werd gebeld om te vragen of het allemaal goed ging. Een prima welkom dus! Ik ga de stad in, op naar het Museo del Oro (goudmuseum). Naast al het goud dat je hier vindt, vond ik het antropologisch gezien ook zeker een interessant museum! Dan lekker lunchen bij La Puerta de la Cathedral. Hier een ‘platos tipicos’ gekozen, een stevige soep van aardappel, mais, kip, kappertjes, avocado en rijst. Lekker! Hierna bij Cafe Juan Valdez (dé Starbucks van Colombia) een koffietje to go gehaald en verder gewandeld. Bogota ligt 2600 m hoog en met de Cerro de Monserrate, een kabelbaan, kan je nog verder omhoog. Vanaf hier heb je een fantastisch uitzicht over de stad!

De volgende ga ik per bus naar Neiva. Onderweg geniet ik van het uitzicht en de route hier naar toe. Weg van de grote stad zie je het landschap veranderen van urban naar groene bergen. Aangekomen in Neiva is het nog een uurtje rijden naar de Tatacoa woestijn. Eenmaal aangekomen stoppen we bij een uitkijkpunt. Het uitzicht vanaf hier is waanzinnig! Groots en wijd met gigantische rode rotsformaties. Hier ga ik de hitte in en maak ik een wandeling door de woestijn. Onderweg een bloemetje van een cactus geproefd, lekker zoet! Hierna op naar de Grey Dessert. Het landschap lijkt wel van een andere planeet. Het is hier, hoe kan het ook anders, grijs. Verderop is een hotspring, waar de liefhebbers een verfrissende duik kunnen nemen.

Vanuit Neiva is het ongeveer 5 uur rijden naar het plaatsje San Agustín. Hier ga ik de beelden en tombes van San Augustin bewonderen. Het is een groot complex in de jungle, absoluut indrukwekkend en de moeite waard!

Ik vlieg vervolgens vanuit Neiva, via Bogota naar Armenia: de koffieregio. Hier aangekomen ruikt alles anders. De koffieplanten, fruitbomen (bananen, citroen, mandarijn, sinaasappel), avocado planten en bamboe schieten uit de grond. Een koffietour is hier natuurlijk echt een must. Nooit geweten dat er zoveel verschillende aroma’s zijn die samengaan met koffie. Het frappante wat ik hier heb geleerd is dat de rotte koffiebonen worden gebruikt voor de lokale koffieproductie. De beste bonen worden gebruikt voor de export. Het verschil kan je goed ruiken en proeven. Ik krijg een live presentatie te zien over hoe het bamboe wordt gesneden en gevlochten in mandjes waarin de koffiebonen worden bewaard na het plukken.

Als je hier bent, vergeet dan de plaats Salento niet. Een prachtig sfeervol plaatsje met overal huisjes gekleurd in alle kleuren van de regenboog. Een vrolijk geheel! Eindelijk ook wat meer toeristen te ontdekken bij de souvenirshops die ze hier hebben met verschillende soorten handicraft. Aan de rand van het dorpje kan je een lange trap omhoog lopen zodat je een mooi uitzicht hebt over de koffieregio en Salento. Doen!

Hierna rijden we verder naar de Cocora Vallei waar je de bekende palmbomen van de regio vindt. Volgens de lokalen bestaat er een gezegde dat dat er 3 dingen in het leven zijn die je gedaan moet hebben: kinderen krijgen, een boek schrijven en een boom planten.

Vanuit de koffieregio vlieg ik via Bogota naar Cartagena. Het is warm, 35 graden en de Caribische sfeer is voelbaar & zichtbaar. Via de gele poort ‘Torre del Reloj’ loop ik het centrum binnen. Het centrum staat op de werelderfgoedlijst van Unesco en ik snap waarom. Koloniale gebouwen in verschillende kleuren, kerkjes, Aan het einde van de middag ga ik naar het Cerro de la Popa, waarvandaan je een prachtig uitzicht hebt over de stad. Ook vind je hier een kerk en een klooster (Convento de la Popa). 

De reis gaat verder langs de prachtige kust van Colombia richting Palomino. De pick-up in het hotel is wat later. Zoals de dame van de receptie al zei: Colombiaanse tijd hé :-). Na een rit van 6,5 uur kom ik aan in de kleine badplaats Palomino. Wat een heerlijk rustig strand! 

Op naar het Tayrona National Park. Eenmaal aangekomen bij de ingang moet ik eerste een uur lopen, dan 4 kilometer te paard dwars door de jungle om uiteindelijk aan te komen bij mijn slaapplaats voor vanavond. Ik krijg  mijn ‘hamaca‘ (vanavond slaap ik in de buitenlucht in een hangmat) toegewezen en drop ik mijn spullen. Zowel in Palomino als hier kan je nergens pinnen, let daar goed op! Vanuit de accommodatie is het ongeveer 30 minuten lopen door de jungle lopen naar het dichtstbijzijnde strand. De stranden zijn prachtig, niet azuurblauw, maar wel heel mooi gelegen aan de rand van de jungle met palmbomen en rotsformaties.

Na het relaxen in de jungle en op het strand ga ik op weg naar het vissersdorpje Taganga, waar ik een 4-daagse trekking regel naar Ciudad Perdida. In een groep van 11 mensen lopen we per dag 6-8 uur. Het is een prachtig groene omgeving met fantastische uitzichten, door de jungle, over riviertjes & hangbruggen, langs watervallen en inheemse indianenstammen die daar nog op traditionele wijze wonen. Halverwege de trekking staat het bezoek aan de Ciudad Perdida, de verloren stad, op het programma. Na 1200 traptreden omhoog te hebben gelopen kom je eindelijk aan. Deze stad ligt al meer dan 1000 jaar verborgen in de jungle van de Sierra Nevada de Santa Marta en is pas in de jaren 70 ontdekt. De ruïnes zijn stenen funderingen waar ooit huizen hebben gestaan. Het is een groot complex met wel meer dan 800 aangelegde terrassen. Heel erg bijzonder en een mooi einde van deze super gave reis!