
- U bevindt zich hier:
- ... Home
- Over ons
- Reisblog
- Avontuurlijk Oost Java!
Indonesië
Avontuurlijk Oost Java!

- U bevindt zich hier:
- ... Home
- Over ons
- Reisblog
- Avontuurlijk Oost Java!
4 oktober – Singapore
We beginnen de reis met een vlucht naar Singapore. ’s Avonds zitten we lekker aan de Singapore river in restaurant Hutong. De temperatuur in Singapore is zalig, warm met een lekker briesje over het water. Het is hier op zaterdagavond wel een gekkenhuis! Erg veel mensen en enorme herrie vanuit de winkelcentra, waar veel Karaoke gezongen werd. Dat zijn vooral Chinezen, die houden wel van wat lawaai! Wij slapen zelf in een hotel in het sfeervolle Chinatown, maar een hotel in deze wijk (Clarks Cay) is ook leuk.
We hebben zelf de metro genomen vanaf het vliegveld. Om alles uit te zoeken en kaartjes te kopen ben je toch snel een half uur verder. Eenmaal in de metro zelf was het nog 45 minuten rijden tot aan onze metrohalte vlakbij het hotel (Outram MTR). Daarna ca. 10 minuten lopen naar het Naumi Liora hotel, een sfeervol boutique hotel in Chinatown. Vooral de voorgevel van het hotel is prachtig, allemaal gerestaureerde huisjes in de Keong Saik Road. Ook alle huizen erom heen zijn mooi gerestaureerd. Op de begane grond heb je veel leuke restaurantje, terrasjes. Heel erg sfeervol. De kamers zijn mooi ingericht, maar echt heel klein.
5 oktober – naar Malang
We zitten op het terras voor onze kamer in Enny’s guesthouse en luisteren naar het gegalm van drie moskeeën door elkaar heen. Een bijna psychedelisch geluid, heel vreemd!
We zijn vanmiddag vanuit Singapore aangekomen in Surabaya. Hier stond onze chauffeur Sofian ons op te wachten met een nieuwe auto, een Toyota Avanza. We hebben er ongeveer twee uur over gedaan om naar Malang te rijden. In Malang hebben we een ritje gemaakt over de Jalan Ijen, waar alle mooie koloniale huizen uit de Nederlandse tijd staan. Melang is de ‘Dutch city’ van Java.
Daarna ingecheckt in ons gezellige guesthouse, waar ook net een groep Nederlanders aankwam. Na een verfrissende douche en een biertje op het terras, met de prachtige canon van moskeegeluiden, zijn we naar het centrum gewandeld. Het was best een aardig stuk wandelen en echt heel relaxt liep het niet over de weg, maar het was de moeite waard. We hebben gegeten in hotel Tugu Malang, een prachtige monumentaal hotel. Je zou denken dat het restaurant niet te betalen is, maar het was eigenlijk nog steeds heel goedkoop. En ongelooflijk lekker en sfeervol zitten, in de patio naast het zwembad, ik kan het iedereen aanbevelen! Met de betjak naar huis, met een fietser die het zo zwaar had dat we het laatste stukje (omhoog) maar zijn gaan lopen. Als een blok in slaap gevallen, tot de moskeeën weer begonnen, om kwart voor vier ’s nachts!
6 oktober – naar Mount Bromo
Wauw, we zitten in een hotel op de rand van de krater en het uitzicht over Mount Bromo is werkelijk ongelooflijk. De kleuren en wolken veranderen met de stand van de zon. Prachtig!!
We vertrokken om 08.15 voor een citytrip Melang. We hebben eerst de bloemenmarkt bezocht. Een soort kleinschalig openlucht tuincentrum, met allemaal prachtige planten. In het Indonesisch is bloem overigens BUNGA en het meervoud dus bunga-bunga. Ik dacht dat het in Italië iets anders was, of zetten ze dan gewoon de bloemetje buiten?
Daarna de vogeltjes markt ernaast bezocht, waar ze overigens ook veel andere dieren verkochten. Ik denk dat je hier alles kunt kopen. Daarna op pad naar Tumpang, waar we om zijn overgestapt in een open jeep voor onze avontuurlijke excursie door de ‘Sea of Sand’ naar de Bromo.
Na een stukje gewone weg reden we noordwaarts over een prachtige, smalle weg omhoog naar de kraterrand. Onderweg reden we door vele dorpjes, en dan zie je aan de huizen langs de weg hoe stijl de weg is. Dat scheelde per huis wel een meter ofzo! Achter de huizen zag je een prachtige groene omgeving. Mooie oude bomen, veel groen, op de uitlopers van de kraterrand. Onderweg zijn we gestopt voor een bezoek aan de Rainbow waterval. Het is ongeveer een kilometer afdalen naar de rivier en dan zie je een flinke waterval zich naar beneden storten en met een enorme kracht op een rots neerkomen. Het spetterde flink!
Daarna over een smalle weg verder, soms reden we echt over een rand met aan beide kanten van de weg een afgrond. Bij de entree van het Nationale park moesten we een flink bedrag aan entree betalen, 217.500 rupees = ca 13 euro per persoon. Even later arriveerden we bij de rand van de grote krater. Hierbinnen ligt de zandvlakte, met daarin de Bromo en nog wat andere vulkanen. We zijn hier even gestopt. Vanaf de rand gaat de (slechte) zandweg steil naar beneden. Hier kijk je tegen de achterkrant van de Bromo aan, en rijd je er (door de zandzee) eigenlijk omhoog. Het eerste deel is geen zand, maar meer savanne, droog gras met droge varens. Het deed me aan Tanzania denken, ik verwachte elk moment een neushoorn of leeuw tegen te komen. Ngorongoro krater look a like!
Beneden zijn we even gestopt om van het mooie uitzicht te genieten. De nevel komt langs de kraterrand naar beneden, indrukwekkend! Even later kom je in de echte ‘sea of sand’.
Aan de rechterkant ligt de kraterrand, met daarboven het dorpje waar we later zouden overnachten. Maar aan de linkerkant ligt de Bromo, waar we met de jeep tot op zo’n kilometer mochten naderen. Hierna moet je lopen, of een paardje huren. Ze vragen hier, afhankelijk van de drukte, zo’n 30 tot 50.000 rupees voor. Het eerste deel is vlak, daarna moet je klimmen, door het zand. Het laatste stuk is heel steil, hier is een trap met 254 treden aangelegd. De paardjes moeten hier achter blijven, dus zal je sowieso een stuk moeten lopen.
Boven vind je een balustrade langs de rand van de krater. Er is meestal veel rookontwikkeling vanuit de krater, wat flink kan stinken. Op weg naar beneden ben ik op blote voeten door het zand gerend, dat schiet lekker op! Daarna terug naar de jeep, die ons heeft afgezet bij het hotel Lava View. Einde avontuur!
7 oktober – naar Kalibaru
Wauw, wat een uitzicht! We staan op een heuvel aan de rand van de krater en hebben uitzicht op de enorme krater met daarin verschillende vulkanen. De Batok vulkaan is de mooiste, deze ligt meteen naast de Bromo. De Bromo zelf heeft een grote krater waar continu stoom uit komt.
We moesten er wel vroeg voor op staan, om half vier werden we opgehaald door de chauffeur van onze 4×4 jeep! We zijn op advies van de jeep chauffeur niet naar het hoofd uitzichtpunt gegaan, maar naar een tweede plek. Hier was het volgens hem een stuk rustiger. Het duurde best lang voor de zon werkelijk opkwam, het werd al iets eerder licht, maar om ongeveer half zes zag je echt de rode bal boven de bergen verschijnen. Hierna kwam de kratervallei langzaam meer in het licht te liggen. Je bleef foto’s maken! De nevel hing nog steeds als een deken boven het zand van de kraterbodem, een pracht gezicht.
Uiteindelijk zijn we naar beneden gereden, nu het licht is zie je pas goed hoe steil de weg is, en ook de muren van de kraterrand. Op de bodem van de krater aangekomen kwamen we nog steeds in de nevel terecht. De lichten van de jeep moesten weer aan. We werden door de chauffeur afgezet op hetzelfde punt als gisteren en omdat het er toch wel heel anders uitzag, zijn we nog een keer de Bromo opgeklommen.
De nevel op de kraterbodem en de heldere lucht was zeker mooier dan gistermiddag. Toen was het bewolkt en dus was alles grijzig. Het was nu echter wel een flink stuk drukker. Er waren wel twintig keer zoveel mensen, zo’n 200 ipv 10 man!
Terwijl we naar boven liepen en boven waren, trok de mist op; de tempels en de jeeps beneden op de zandvlakte kwamen langzaam vanuit de mist tevoorschijn. Alweer prachtig! Helemaal beneden heb ik nog even een paardje gehuurd om een stukje te rijden, ik wilde toch even deze leuke felle kleine paardjes uitproberen! Het koste me 10.000 rupiahs, zo’n 60 cent. Als je niet omhoog wilt lopen, maar per paard tot aan het begin van de trap, kost dat 50.000 rupiahs. Dat is echt niet veel, zo’n drie euro! Rond een uur of acht waren we weer terug in het hotel.
Na het ontbijt zijn we weer in onze eigen auto gestapt, op weg naar Kalibaru. We vertrokken rond 9 uur en waren om even na drieën bij het hotel in Kalibaru. Onderweg hebben we een uurtje geluncht in een sfeervol restaurant in Jember, een overheerlijke Soto Ayam. In Kalibaru heb ik nog lekker bij het zwembad gelegen, een prima hotel (Kalibaru cottages).
8 oktober – naar Sukamade
Vandaag heeft onze eigen chauffeur een vrije dag, wij vertrokken om een uur of 9 met een ruige 4×4 jeep inclusief gids en chauffeur vanaf het hotel. De chauffeur zien we morgen weer, ergens langs de weg naar Ijen.
Het eerste stuk reden we over de grote weg, maar daarna zijn we de weg af gegaan om door het platteland van Oost Java naar Sukamade te rijden. Deze kleine wegen zijn leuker om te rijden (soms wel een stuk met gaten) en ook veel rustiger. Je rijdt door kleine dorpjes en langs indrukwekkende irrigatiekanalen & sluizen, allemaal nog aangelegd door de Nederlanders. Het is dan ook erg groen hier, en er zijn prachtige rijstvelden. We hebben een goede gids, Danang, en een hele vrolijke chauffeur. We kunnen Danang alles vragen, wat in mijn geval vooral Indonesisch is. Ik probeer zo veel mogelijk woorden te leren, ik vind het zo’n leuke taal! Om ongeveer half een kwamen we bij de kust aan, waar we een korte wandeling hebben gemaakt over het strand naar een klein dorpje. Hier hebben we bij een winkeltje geluncht.
Deze lunch hadden we gisteravond al bij de gids besteld, twee grote loempia’s met groente. Super lekker was het, met een colaatje uit het winkeltje in dit kleine vissersdorpje. Daarna zijn we het park ingereden. Prachtig mooi echt oerwoud is het hier, met een slechte weg waar onze 4×4 prima, maar langzaam, overheen hobbelt.
Op een gegeven moment zijn we uitgestapt en is de jeep verder gereden, tot de ingang van de plantage. Wij zijn hierheen gewandeld, ongeveer een half uur/klein uurtje wandelen. We hebben heel veel neushoornvogels (Hornbills) over zien vliegen, fotograferen was iets lastiger zo tussen de bomen. Maar er staat wel iets op de foto! Verdere ook veel apen gezien en een Javaanse adelaar. Vanaf de entree van de plantage zijn we weer met de jeep verder gereden, en om circa 15.00 kwamen we aan bij het Sukamade guesthouse waar we overnachten.
Ons hotel/guesthouse ligt op de plantage en heeft 12 kamers, allemaal met een eigen badkamer met mandibak, douche en wc. Er is alleen koud water, maar het is gelukkig warm genoeg! Er zitten nog twee Nederlandse stellen hier.
Om half zeven werden we geroepen voor het diner. Op elke tafel stond een eenvoudige rijsttafel, met witte rijst, noodles, groentesoep, gekookte groente, een stukje kip en wat fruit als toetje. Eenvoudig maar smaakvol.
Om half acht vertrokken we, allemaal per eigen auto, naar het rangerstation. Om 20.00 vertrokken we als groep met de ranger naar het strand, een wandeling van ca. 700 meter. Het is vandaag volle maan, dus het zicht was erg goed, je had niet echt een zaklantaarn nodig om iets te zien. De vraag is of dit goed is om schildpadden te zien, want die komen pas in het donker het strand op om hun eieren te leggen.
Aangekomen op het strand zijn we gaan zitten in afwachting van de schildpadden. De ranger en een hulpje gingen op zoek naar de schildpadden. Na een half uurtje kregen we al bericht dat er een aan land was gekomen en dat ze was begonnen met het graven van een kuil. Even later werd er doorgegeven dat ze dieper ging graven en dat betekent meestal dat ze ook eieren gaan leggen. Goed nieuws!
En ja hoor, we zagen de schildpad liggen in een flinke kuil, met aan de achterkant een nog diepere kuil waar ze de eieren in liet droppen. Het leken net pingpong ballen en ze vielen stuk voor stuk in de kuil. Het duurde een minuut of twintig om de in totaal 109 eieren te leggen. We mochten er vlakbij komen, maar niet flitsen of met een lamp schijnen. Dat deed de ranger wel, zodat we goed zicht hadden. Je mag helemaal niet aan de voorkant van het beest komen. De eieren werden meteen weggehaald door de ranger en keurig op een rij gelegd, uiteindelijk dus bijna 11 rijtjes van 10 eieren. Deze werden in een tas gedaan en ze worden op het rangerstation weer onder de grond gestopt. Een maandje of twee later komen ze uit, en worden de schildpadjes vrijgelaten in de zee.
Na het leggen van de eieren gooit de schildpad het gat dicht. Ze schuift hierbij langzaam naar voren, waarbij ze alles achter haar dichtgooit en een nieuw gat maakt. Dit schuift door tot zo’n drie meter van het oorspronkelijke gat. Na het maken van dit camouflage gat gaat ze terug naar de zee. Alleen onze schildpad was een beetje kritisch en bleef maar doorwerken, tot het camouflage gat op zo’n zes meter afstand was. Het schoot niet echt op, ze was natuurlijk hartstikke moe van het kruipen, het graven en het leggen van de eieren. Iedereen werd een beetje ongeduldig, het duurde echt wel twee uur of zo, maar uiteindelijk kroop ze omhoog en richting de zee. Een prachtgezicht!
9 oktober – naar Ketapang
Na het ontbijt zijn we weer in de 4×4 jeep gestapt voor de weg terug naar de bewoonde wereld. Het eerste stuk van de weg is erg slecht, je hobbelt echt van links naar rechts en kunt eigenlijk net zo goed gaan lopen. Maar dat hebben we gisteren al gedaan, nu zijn we blijven zitten. Na een paar uurtjes kwamen we weer op de hoofdweg, waar onze chauffeur keurig op ons stond te wachten. Hij heeft ons naar een leuk restaurant gebracht, even voorbij de haven waar de ferry naar Bali vertrekt. Hier hebben we, aan zee, een lekkere lunch genuttigd. Hierna heeft hij ons afgezet bij ons luxe hotel Ketapang Beach, waar we de rest van de middag bij het zwembad hebben gezeten. We zijn heel vroeg gaan eten en lagen om half negen al in bed, want morgen moeten we vroeg op!
10 oktober – bezoek Ijen plateau, naar Sanur
Vanmorgen had ik de vroegste wake-up call ever denk ik zo, om 00.45 werden we gewekt voor de transfer om 01.00 uur naar het Ijen plateau. De ‘normale’ excursie vertrekt om 05.00 uur. Je neemt de bagage dan al mee in de auto en een ontbijt-box voor onderweg.
Ik had een foto van het blauwe vuur van Ijen in de Volkskrant gezien en dacht dat je dit altijd zag. Maar onze gids vertelde dat je voor het blauwe vuur veel eerder moet vertrekken en verder moet lopen. Ik wilde dat echter graag zien, dus hebben we de boeking laten veranderen. We moesten 75.000 rupiahs per persoon bijbetalen (4,50 euro) en je mist er wel een nachtje slapen door!
Het was echter heel erg de moeite waard. Volgens onze gids zijn er slechts twee plaatsen ter wereld waar je het blauwe vuur kunt zien, op IJsland en hier op Oost Java. Volgens mensen die het allebei hebben gezien, is het hier mooier. Je kunt het blauwe vuur alleen maar ‘s nachts zien, als het donker is. Zodra het licht wordt, zie je het niet meer, dus je moet echt vroeg vertrekken. Het is momenteel volle maan, dat maakte het volgens een andere gids iets minder duidelijk, maar het was wel fijn bij het wandelen naar boven en het afdalen in de krater! We hadden nu geen zaklamp nodig, zo helder was het. Naast het blauwe licht komen de zwaveldampen naar boven en als de wind draaide, en de rook kwam je kant op, kon je echt even geen adem meer halen. Zo slecht voor je longen! Terug in de auto hadden we ook echt last van onze ogen.
Nadat het licht werd, zag je het blauwe vuur inderdaad niet meer, en zag je hoe geel de stenen waren van de zwavel. Het enorme kratermeer kwam langzaam te voorschijn, en toen we later terug omhoog klommen, naar de kraterrand, zag je het meer steeds beter. Dit is het uitzicht van de normale excursie, de prachtige kraterwanden, het blauwige meer en de gele rotsen. Overdag mag je de krater niet meer in, dan is er teveel zwavelrook.
De kraterrand is ruim 2300 meter hoog, terwijl het hotel op zeeniveau ligt (aan het strand), dus je moet wel een beetje rustig aan doen bij de klim. De jeep kan tot de parkeerplaats op 1800 meter rijden, daarna klim je 500 meter over een mooi breed, maar erg steil zandpad. Het is soms erg glad, zeker bij het afdalen moet je echt uitkijken dat je niet onderuit gaat.
De omgeving van de vulkaan is ook erg mooi, prachtige oerwoud langs de weg naar beneden. We waren om half acht weer terug bij het hotel, waar we lekker hebben ontbeten. Je begrijpt dat we wel trek hadden! Om 10 uur kwam de chauffeur ons halen voor de rit naar Sanur, Bali. Het is een klein stukje rijden naar de haven. De auto gaat mee op de boot, en zelf loop je naar boven waar allemaal stoelen zijn om te zitten. Het is ongeveer een uur varen naar Gilimanuk. Hier is het een uur later (tijdsverschil Java – Bali). De weg van de ferry naar Sanur is druk en met veel vrachtauto’s, het schiet dan ook helemaal niet op! Het is niet zo ver rijden, maar af en toe kruip je met een hele rits auto’s achter een vrachtauto aan een heuvel op…. Het allerlaatste stuk bij Sanur was een stuk beter, toen waren er twee banen en dan kun je de vrachtauto’s inhalen, een wereld van verschil.
Na aankomst in het hotel om een uur of 6, hebben we lekker gezwommen in het zwembad en daarna zijn we naar het strand gegaan. Het was laag water en dan ziet de zee er hier niet mooi uit, het valt helemaal droog, tot het rif voor de kust waar de golven omslaan. Ik ben nog wel even de zee in gegaan, maar je moest echt gaan liggen om in het water te zijn.
Daarna hebben we een borrel gedronken op het strand bij een hotel, lekker mojito’s en toen zijn we wat gaan eten in de hoofdstraat. Uiteindelijk bij The Three Monkeys terechtgekomen, een klassieker uit de Lonely Planet.
11 oktober – Sanur, Bali
Bijna niets gedaan vandaag. Relaxt bij het zwembad van het hotel gelegen (in de schaduw). Daarna lekker lunchen aan het strand en even op het strand gelegen. De zee was iets hoger dan gisteren! ‘s Avonds uit eten geweest bij onze lokale favoriet CharMing, aan de andere kant van Sanur beach. Morgenvliegen we naar Maumere op Flores, voor het tweede deel van onze reis op de Sunda eilanden.