Omdat Tanzania in Afrika ligt, vlakbij de evenaar, denk je misschien dat het er altijd tropisch warm is, maar dat is niet altijd zo. Wel op het midden van de dag, als de zon schijnt, maar bij veel van onze safari’s verblijf je in de Nationale Parken die op meer dan 1000 meter hoogte liggen. Hierdoor is het koeler dan je misschien zou denken!
Overdag kan de temperatuur oplopen tot rond de 25 graden Celsius en ’s avonds kan het afkoelen tot een graad of tien. Vooral tijdens een kampeersafari kan het dan erg koud zijn! Over het algemeen is het aan de kust bijna het hele jaar warm en vochtig en is het rond de 30 graden.
Tanzania kent 4 seizoenen
-In juni, juli en augustus is het droog en koel. In hooggelegen gebieden zoals Serengeti en Ngorongoro wordt het dan ’s nachts flink koud!
-Hierna, van september t/m december wordt het almaar warmer en tegelijkertijd van eind oktober tot eind december is een kort regenseizoen.
-Van januari tot maart is het warm en droog, aan de kust en op Zanzibar is het zelfs erg benauwd.
-Tijdens de lange regentijd van maart tot mei is het reizen lastig en zwaar en zijn er lange regens. Veel wegen, vooral de ongeasfalteerde wegen in de wildparken, zijn onbegaanbaar. Na de regentijd in juni zijn de wegen nog moeilijk begaanbaar, maar is het hele landschap schitterend groen. Hierna wordt alles weer langzaam kaler naarmate de zomermaanden verstrijken en de warme tijd weer begint.
Grote trek
De ‘grote trek’, oftewel de migratie, is een van de meest indrukwekkende natuurspektakels. Jaarlijks trekken 1,5 tot 2 miljoen gnoes (‘wildebeest’), zebra’s en gazelles over de uitgestrekte vlaktes van de Serengeti in Tanzania, als het hier te droog wordt richting de Masai Mara in Kenia.
De grootste kans op het zien van de trek heb je in de periode april tot juni in het westen en van december tot maart in het oosten, op de ‘kortegrasvlaktes’ tussen de Serengeti en de Ngorongoro krater. Er is dan misschien niet veel beweging, maar het is wel mogelijk om grote kuddes te zien! Voor de planning van je reis is het bijna onmogelijk de rivieroversteek te voorspellen.
• Van december tot april zijn de kuddes in het zuidoosten en het zuiden van de Serengeti te vinden op de korte grasvlaktes. In deze maanden worden de jonge zebra’s en gnoes geboren. Vooral in maart en april kunnen er zware regenbuien vallen.
• In mei trekken de dieren verder, richting het westen van de Serengeti, en gaan grote kudde’s zich verzamelen in het meest westelijke stukje van de Serengeti.
• Als in juni en juli de regens stoppen in de Serengeti, wordt het in Tanzania te droog om te overleven en beginnen de kuddes aan hun spectaculaire oversteek over de Grumeti rivier (en andere rivieren) in het westen, richting het noorden, naar de Masai Mara (in Kenia) waar het nog wel regent.
• In de maanden hierna blijven de kuddes in de Masai Mara, ze blijven hier tot oktober. In de Serengeti is het nu erg droog. Als het in november weer gaat regenen in de Serengeti, trekken de kuddes terug naar het zuiden, naar het zuidoosten van de Serengeti.
De migratie is een natuurlijk en dus onvoorspelbaar proces. De natuur leest geen kalenders, dus bovenstaand schema geeft slechts een indicatie en is een richtlijn. De exacte tijd hangt af van de weersomstandigheden en van jaar tot jaar kunnen hier wel enkele weken verschil tussen zitten